Met onze opleidingen willen we leraren en assistenten opleiden die Taekwondo en daarmee aanverwante zelfverdedigings-methoden en systemen op een veilige, verantwoorde en inspirerende manier kunnen overbrengen, erin kunnen lesgeven en de beoefenaars kunnen begeleiden en ondersteunen in hun sportieve en persoonlijke ontwikkeling.

Een Taekwondoleraar heeft een waardevolle en mooie taak. Het lesgeven, begeleiden en ondersteunen van mensen in hun sportieve, persoonlijke en maatschappelijke ontwikkeling. Hoe hoger de kwaliteit van de leraar, hoe hoger de kwaliteit van zijn leerlingen. Dit beïnvloedt het leven van de leerling en de mensen uit de omgeving. Hiermee tracht de taekwondoleraar een positieve bijdrage te leveren aan de maatschappij.

Lesgeven is een essentieel onderdeel van onze sport. Want zonder goede leraren is er geen toekomst mogelijk. Het doorgeven van kennis van de ene generatie op de andere geeft Taekwondo zijn rijke historie en cultuur. Dit is een mooie maar niet altijd gemakkelijke taak. Inspelen op de individuele behoeftes, aansluiten bij ontwikkelingen in de maatschappij en het bewegingsonderwijs, gebruik maken van moderne wetenschappelijke kennis en technologie en tegelijk de tradities behouden is een grote uitdaging waar veel Taekwondoleraren zich mee bezig (zouden moeten) houden.

Daar komt bij dat de Taekwondoleraar een grote ‘extra’ verantwoordelijkheid heeft. Verschillende onderzoeken tonen aan dat het pedagogische effect van de vechtsport grotendeels afhankelijk van het gedrag van de leraar. De leraar moet een rolmodel zijn.

 

Trainersopleidingen

Het belang van opleiden staat bij de TBN hoog in het vaandel. Dit betekent dat zij ook veel belang hecht aan moderne en toegankelijke opleidingen. Het Ministerie van VWS vraagt dit ook. Vanaf 2007 worden alleen nog rijkserkende diploma’s afgegeven voor opgeleide trainers en coaches indien deze voldoen aan de richtlijnen van de Kwalificatiestructuur Sport.

Vernieuwde trainersopleidingen

De vroegere opleiding tot trainer A heet nu anders en heeft een andere inhoud en opzet gekregen. Dat geldt eveneens voor de opleiding tot assistent-trainer. Daarnaast is er nog een derde opleiding bijgekomen en zal in de toekomst mogelijk nog een vierde trainerscursus ontwikkeld worden.

In de Kwalificatiestructuur Sport zijn de verschillende sportleiders op niveau ingeschaald. Er zijn 5 niveaus. Niveau 1 is het laagste niveau en niveau 5 het hoogste. De TBN richt zich in eerste instantie op de niveau’s 1, 2 en 3.

Niveau 2, 3 zijn ruwweg de vroegere opleidingen voor assistent-trainer en trainer A. Niveau 1 is een nieuwe eendaagse cursus voor de tijdens de lessen helpende vrijwilligers binnen de clubs.

Anders leren, anders kwalificeren

Onderdeel van de nieuwe kwalificatiestructuur is ook een nieuwe kijk op examineren en kwalificeren. Dit brengt met zich mee dat er ook anders geleerd kan gaan worden.

De “dingen” die iemand moet kunnen, worden in het nieuwe denken over opleiden ‘competenties’ genoemd. Als iemand competent is betekent dit dat hij/zij een bepaalde taak met goed resultaat kan volbrengen. Waar voorheen vooral uitgegaan werd van ‘kennis’ en ‘vaardigheden’ (kennen en kunnen), wordt nu ook gekeken naar ‘attituden’ en ‘persoonlijke eigenschappen’.

Bij die manier van leren hoort dus ook een andere manier van examineren. In de Kwalificatiestructuur Sport is ook een nieuwe manier van toetsen opgenomen, de zogenaamde “Proeven van Bekwaamheid”.

Simpel gezegd komt het er op neer dat als iemand een bepaalde taak in een bepaalde situatie met een vooraf bepaald resultaat volbrengt, hij of zij bewezen heeft deze taak aan te kunnen en dus bekwaam genoeg (competent) wordt geacht om de functie uit te kunnen oefenen.